Geluk is van rubber

Stel iemand de vraag ‘wat is het meest belangrijk in jouw leven?’ dan je kunt er op rekenen dat de meerderheid van de mensen zegt gelukkig te willen zijn. Geluk is het hoogste doel wat je je kunt stellen. Het streven naar geluk is de zin van ons bestaan. Ook wanneer je je meer prozaïsche doelen stelt, zoals meer verdienen, dan is het onderliggende motief toch vaak een hoger geluk bereiken. Over geluk wordt veel onderzoek gedaan en geschreven. Geluk wordt een steeds belangrijker item in het leven van mensen maar ook in de politiek. Zo hebben Dubai en Butan een minister van geluk.

Ap Dijksterhuis, hoogleraar psychologie, doet onderzoek naar en schrijft over geluk. Ik was bij een lezing over zijn laatste boek ‘Op weg naar geluk’. We weten allemaal dat geluk kan veranderen door gebeurtenissen: het kan groter worden wanneer je de loterij wint of kleiner worden doordat je een ongeluk krijgt. Daar ik hoorde ook iets wat nieuw voor mij was: je geluksgevoel keert uiteindelijk weer terug op het oude niveau van voor die gebeurtenis. Mensen wennen dus aan een nieuwe situatie. Geluk vergelijkt hij daarom met rubber: je veert altijd weer terug naar je oorspronkelijke niveau.
Hoe weet hij dat nou? Kun je geluk dan meten en zo ja, hoe doe je dat? Onderzoekers zeggen: ja, geluk is te meten door het gewoon te vragen, want van jezelf weet je wel of je gelukkig bent. De vraag die je dan stelt, luidt als volgt: ‘alles bij elkaar genomen, hoe gelukkig ben je?’. Je kunt dan een cijfer aangeven op een schaal van 1 tot 10.

Hierna volgen nog wat interessante dingen uit de lezing.

Dijksterhuis verbindt de verschillende denkwijzen over geluk uit het Westen en het Oosten. In het Westen associëren wij geluk bijvoorbeeld met het ondernemen van leuke activiteiten. In het Oosten is geluk meer gericht op het trainen van je brein door meditatie; door in het nu te leven, vergroot je je geluksgevoel.

Nog een paar weetjes die Dijksterhuis in zijn lezing noemt: • Geluk = 40% genen + 10% omstandigheden + 50% gedrag • Iets kopen voor een ander maakt gelukkiger dan iets kopen voor jezelf.

Uit zijn onderzoek is gebleken dat mensen later meer spijt hebben van inactiviteit dan van activiteit. Als je op een sport bent gegaan (activiteit) en je blijkt het niet leuk te vinden kun je altijd stoppen. Maar het niet doen van iets geeft meer spijt omdat je het niet meer kunt herstellen.

Oude mensen die terug kijken op hun leven en spijt hebben van iets noemen het meest: zij hebben hun hart niet gevolgd of zij hebben altijd te hard gewerkt.
Volgens Dijksterhuis streven mensen vaak naar geluk door leefomstandigheden of materiële zaken te veranderen. Maar het meest gelukkig worden mensen van activiteiten die met regelmaat over een langere termijn worden uitgevoerd zoals regelmatig sporten, tijd doorbrengen met vrienden, een ander een compliment maken of beginnen met een hobby. Bovendien wordt de geluksfactor vergroot door het sociale aspect van deze activiteiten. Want gelukkig word je van dingen doen en dan het liefst met of voor anderen.

Geluk is een naar binnen gerichte glimlach.

Bron: Op naar Geluk, de psychologie van een fijn leven (Dijksterhuis, A., 2015)